Verhalen


Een vrijwilliger vertelt:

 

Het is een zomerse donderdagmiddag, inmiddels al lang geleden.

Marktdag in Middelburg, de oude sjoel in de Herenstraat heeft de deur opengezet voor belangstellende bezoekers. Vaak zijn het toeristen die even binnenlopen, of mensen die meekomen met de gids van het Middelburgs Kerkenpad.

Wilt u misschien ook een keppeltje opzetten, meneer? Het is gebruik in een synagoge dat mannen hun hoofd bedekken.
De man zet een keppeltje op, en kijkt rond. Hij houdt zich wat achteraf en ik heb het gevoel dat hij zich wat onzeker voelt. Toch raken we aan de praat. Hij vertelt met schroom dat het de eerste keer in zijn leven is dat hij een synagoge bezoekt.

Het gesprek wordt persoonlijker en hij zegt: … en ik denk dat ik Joods ben … En dat ik daar wat mee moet doen…

Het is een bijzondere ontmoeting. Ik raad hem aan om contact te zoeken met de Joodse Gemeente maar dat wil hij nog niet, zover is hij nog lang niet. Maar van binnen is er iets bij hem aan het broeien, ik voel zijn onrust en onzekerheid, maar ook het verlangen om “thuis” te komen.

Breng je ziel thuis, geef ik hem mee, en met die woorden nemen we afscheid.

Het is een gesprek dat lang bij mij blijft hangen.

 

Het is járen later.

Ik ben inmiddels verhuisd, weg uit Zeeland, maar op een zaterdagmorgen zijn we terug in Middelburg, en maken op sjabbat de morgendienst mee in sjoel. Vertrouwde gezichten, de vertrouwde stem van de chazzan, vertrouwde liturgie. Vanaf de vrouwengalerij boven zie ik ook iemand die ik niet ken. Met volle overgave doet de man mee en de blijdschap spat eraf. Na de dienst is er de kiddoesj, en dan vraagt hij me: ken je me nog?

 

De bezoeker van destijds heeft de weg gevonden. Hij is nu bezig om in zijn familie­geschiedenis de bevestiging van zijn joods-zijn op te sporen, het geluk stráált van zijn gezicht. Het ontroert me tot tranen toe.

Hij heeft zijn ziel thuisgebracht.